Heeft de kerk nog wel toekomst?

Waarom lopen bepaalde kerken leeg en hebben ze last van vergrijzing? We proberen in dit stuk de vinger op de zere plek te leggen en hopelijk een aanzet tot dialoog, samenwerking en een vernieuwde visie op samen kerk zijn te stimuleren.

De kerk als kerker?
Een tijd terug hoorde ik dat iemand zei dat ze graag meer diepgang, onderwijs, eenheid en onderlinge relaties zou willen hebben in haar eigen kerk. En tegelijk besefte ze ook dat dit waarschijnlijk onrealistisch was.  omdat deze kerk is zoals het is. De gemeente verlaten zoals vele andere jonge gezinnen wilde ze niet, omdat er al een gebrek was aan actieve gelovigen en ze was bang dat ze de achterblijvers overliet aan het lot. Het gevolg was een stap extra te doen in de hoop dat ze iets kon bewerkstelligen en ondertussen hopen op betere tijden. In eerste instantie had ik hier best moeite mee, want op die manier doe je jezelf maar ook God te kort. Immers,  komen we wel tot onze volledige potentie? Toen ik het even liet bezinken, besefte ik dat wij als gezin niet anders doen, want ook bij ons zijn handen te kort dus pak je (te) veel taken op, met een (te) hoge frequentie en tegen beter weten in.

We kunnen stellen dat we op dat moment als lid een gevangenge zijn geworden van onze kerk. We werken heel hard om het instituut boven water te houden en geven hierdoor weinig ruimte aan God om door ons te werken, want we zijn al (te) druk.

We wijten meestal de druk op een aantal schouders (zeker in kleinere kerken) aan het feit dat er vergrijzing, leegloop of geestelijke armoede is. Echter, dit zijn slechts gevolgen van het gedrag van leden binnen deze gemeente, ieder heeft een aandeel in het proces. En wanneer we niet uitkijken zal het gras aan de overkant echt groener worden op een gegeven moment en ontsnappen we uit de ‘kerker’ wat ooit een thuis voor ons was.

De kerk als erfenis.
Wanneer iemand komt te overlijden is er meestal een erfenis te verdelen onder de familieleden en vrienden. De erfgenamen hopen op een mooie erfenis, maar worden vaak teleurgesteld. We kennen allemaal voorbeelden waar dit gebeurt of kunnen een situatie als deze voorstellen;

Een erfenis bestaat uit een woning. Ooit een prachtig huis, de trots van haar eigenaar. Echter is het onderhoud de afgelopen jaren door ouderdom van de bewoners matig geweest. Langzaam maar zeker zullen de elementen van de natuur het winnen. Het huis raakt in verval en is zeer moeilijk te verkopen voor een eerlijke prijs. De erfgenamen zitten ermee in de maag en ook de buren zijn niet blij, omdat hun woongenot en woningwaarde daalt door die bouwval in de straat.

Het is met de kerk niet anders. We moeten het geestelijke onderhouden en moderniseren zodat het met de tijd mee gaat en het een gemeente blijft waar we trots op kunnen zijn. Het is misschien dan wel net zoals die (oudere) bewoners van het woonhuis een last geworden om de kerk te onderhouden maar als we het niet doen zal het in verval raken. Het is dan ook aan ons allen om te zorgen dat de kerk een erfenis is die blijdschap brengt aan de generaties die na ons komen.

Dit betekent dus dat we als generatie keuzes moeten maken die wij niet leuk vinden, omwille van de generatie die na ons komt. We moeten dus ervoor zorgen we aantrekkelijk blijven, dat mensen in onze nabijheid willen wonen. Laat het gras niet groener zijn bij de buren, maar even mooi! We moeten als gemeente niet accepteren dat verval intreedt, anders zijn we een last i.p.v. lust.

Vraag jezelf dus ook af wat je achterlaat aan de volgende generatie?

De kerk als kunstwerk
We moeten de kerk denk ik ook meer zien als een prachtig kunstwerk wat God uitbeeldt zodat de hele wereld Hem kan zien. Wanneer we deze niet afstoffen zal het grauw, vies en onaantrekkelijk worden. We worden op die manier onaantrekkelijk voor bezoekers, maar ook zelf zullen we er niet meer van genieten. De glans is er vanaf! En dit terwijl we ooit met veel passie, vuur en hard werken het hebben geschilderd en wat waren we er trots op!

Het is niet mijn bedoeling om een schuld bij iemand of groep mensen neer te leggen. We zijn er allemaal verantwoordelijk voor dat het schilderij z’n pracht heeft verloren. Het is te makkelijk om te zeggen dat het door vergrijzing, leegloop of concurrentie komt. Immers wat let ons om een afstofdoek te pakken en Gods glorie weer zichtbaar te maken? Het enige wat ons tegenhoudt zijn wij allemaal als bewoners van het huis. Zijn we moe en laten we het verval toe omdat het makkelijker is?

Heeft de kerk wel een toekomst?
Dit waren natuurlijk allemaal schoten voor open doel, we weten het eigenlijk allemaal wel. Echter, we spreken het vaak niet naar elkaar uit omdat het zo verwijtend voelt. En stiekem vinden we het ook wel makkelijk om het af te schuiven op elkaar. De oudere generatie wil niet veranderen en is zóóóó 2015, de jonge generatie heeft geen traditioneel besef en is geestelijk zeer onvolwassen, vrouwen zijn veel te emotioneel en mannen weer veel te zakelijk.

Wanneer we de kerk een toekomst willen geven zullen we met elkaar moeten leren leven, praten en elkaar de ruimte geven. Dit betekent ook dat we concessies moeten doen omwille van de toekomst van onze kerk, ook al vinden we het niet fijn. En nu kunnen we proberen net zoals iemand in zijn midlife-crisis proberen weer ‘jong’ te zijn, maar we weten dat dit er belachelijk eruit ziet.

We moeten dan dus ook echt met elkaar in dialoog treden en samen de kerk verbouwen zodat die toekomstbestendig is en een prachtige erfenis zal zijn voor de volgende generaties. En dan doel ik niet op het fysieke gebouw, maar op het geestelijke en beleidsmatige. Geef een ieder jong, oud, man en vrouw een aandeel in deze toekomst want alleen een raad van oude wijze mannen kan niet voor een vernieuwde koers zorgen. Immers, die weten niet wat er in alle lagen van de gemeente speelt.

Hierbij zal een kerk concessies moeten doen waar we van alles van kunnen vinden. Ik denk hierbij aan het betrekken van jong-volwassenen, die hebben vernieuwende en frisse ideeën. Nu hoor ik u zuchten en denken, die zijn (geestelijk) te onvolwassenen. Echter, hoe oud was David toen hij de Filistijnen versloeg? En hij was slechts 30 toen hij Koning werd van Israël. (2 Samuël 5:4). Hoezo kan een iemand die nog jong is niet God dienen en z’n opdracht verstaan?

En wat dacht u van de vrouwen in uw gemeente? Nu weet ik dat dit een gevoelig punt is en zeker op Bijbelse gronden zijn er duidelijke ‘spelregels’ m.b.t. het ambt. Maar wat als de er niet (genoeg) sterke mannen zijn die de gehele gemeente kunnen vertegenwoordigen?

Dan denk ik dat het net als bij Debora (Richteren 4) gerechtigd is een (tijdelijk) beroep te doen op (sterke) vrouwen. Hiermee bedoel ik vooral dat vrouwen hun ‘wapenen’ moeten oppakken en mee moeten ‘strijden’ om de kerk gezond te krijgen. Immers, als er tekort is aan (sterke) mannen voor o.a. pastoraat, bestuur, diakenen, oudsten of andere functies dan moeten de Debora’s opstaan!

Ik zeg hiermee niet dat het ambt op onderwijskundig gebied open moet staan voor een ieder. Want voor een preek op zondagochtend kun je werken met gastsprekers. Wel moeten we als kerk die in verval raakt een beroep doen op alle generaties en geslachten om te horen wat er speelt, ze betrekken in de veranderingen, het (dagelijkse) bestuur en alle overige andere organen binnen de gemeente. Dit, zodat we niet stilstaan of achteruit hollen, maar ons ontwikkelen en groeien!

Wanneer we dit doen, kunnen we zeggen dat onze kerk een vertegenwoordiging is van alle gelovigen en dat ze zich er thuis kunnen voelen. En wanneer we dit kunnen realiseren zal onze kerk ook een erfenis zijn die de volgende generatie met open armen ontvangt en zullen we een kunstwerk zijn die Gods glorie werkelijk uitstraalt en wil een ieder bij ons komen wonen!

De gemeente van God zijn we samen ongeacht leeftijd, geslacht of herkomst…. God kent geen onderscheid tussen kleur, leeftijd of geslacht. We zijn allen kinderen van Hem.