Is er ruimte binnen de kerk om anders te zijn?
Een uitspraak die je waarschijnlijk wel eens hebt gehoord of misschien zelfs gebruikt is: zo ben ik nu eenmaal, dat moet jij maar accepteren. Wat je hiermee zegt is dat je tekortkoming het probleem van die ander is, omdat jij niet wil veranderen. Dit terwijl de ander je niet kan veranderen, jij zult dit zelf moeten doen om een gezonde relatie te kunnen opbouwen.
Nu is het niet zo dat je dan maar alles moet doen om de ander te pleasen, dan sla je weer door. Want er zijn ook veel mensen die zich afvragen wat ze moeten doen om leuk of gewenst te worden? Hoe pas ik binnen die groep vrienden of collega’s? De vraag is heel begrijpelijk maar niet terecht, we kunnen niet leven naar de wil van een ander.
Het is namelijk in beide gevallen zo dat we ons zelf of de ander willen aanpassen, zodat we niet om hoeven te gaan met verschillen tussen ons. We willen eigenlijk een pakje kleurpotloden worden, die bestaat uit één saaie grijze kleur. Wanneer je met 24 de zelfde kleuren grijs een tekening gaat maken, zal het niets worden.
Toch proberen we vaak een ieder zodanig te kneden dat we op elkaar lijken. Althans dat denken we want diep onder de laag van gelijkheid borrelt iets wat vroeg of laat ontploft. Je kunt het vergelijken met een vulkaan, het kan jaren goed gaan maar ooit gaat het los! We zien dit in relaties, vrienden groepen, het werk en in de kerk. Het is namelijk zo dat we elkaar niet echt geaccepteerd hebben maar slechts gewenst gedrag hebben vertoont.
We zien dit ook terug komen in de Bijbel in Romeinen 14:3 word dan ook een ‘discussie’ beslecht met de woorden: Wie wel alles eet moet hem niet minachten die niet alles eet. En wie niet alles eet, moet hem niet veroordelen die alles eet. God immers heeft hem aanvaard. We kunnen concluderen dat we moeten stoppen elkaar te willen veranderen en elkaar echt moeten accepteren. We lezen in Romeinen 15:7 als aanvulling erop: Daarom, aanvaard elkaar zoals ook Christus ons aanvaard heeft, tot heerlijkheid van God.
Het is dus niet zo dat we een grijze potlood moeten worden om God te dienen.. We mogen best verschillend zijn, denken of het geloof beleven. Dat maakt ons tot een uniek exemplaar en zo komen we tot ons recht. Het zijn van een rode potlood te midden van vele grijze kan juist heel goed uitpakken!